Over andermans doelen die je najaagt, ladders tegen de verkeerde muur, lege successen – en het thuiskomen bij jezelf
Er zijn vragen die zo eenvoudig klinken en toch een afgrond openen. Een daarvan is: Wanneer ben je jezelf voor het laatst tegengekomen? Niet in het voorbijgaan, niet in de spiegel tussen twee afspraken door, maar echt. Helemaal.
We vertellen zo vaak verhalen over ons leven. Over plaatsen die we hebben gezien. Over mensen die we hebben ontmoet. Over successen die we hebben behaald. En van buitenaf lijkt het alsof het leven vol is. Maar in stille momenten voelen we misschien: er is veel wereld, maar weinig nabijheid tot onszelf.
Het is mogelijk om overal geweest te zijn – en toch nooit echt aangekomen te zijn. Niet bij onszelf.
De ladder tegen de verkeerde muur
Stel je een persoon voor die zijn hele leven een ladder bouwt. Sport na sport, jaar na jaar, klimt hij omhoog, steeds verder, in de overtuiging dat hij dichter bij het doel komt. Maar als hij boven staat, merkt hij: de ladder staat tegen de verkeerde muur.
Hoe vaak gebeurt precies dat? We ontberen slaap, vreugde en nabijheid. We verdragen leed, geven dromen op, offeren op wat ooit belangrijk voor ons was – alleen om een doel te bereiken dat niet het onze is. Al die moeite, al die offers, en aan het einde het bittere inzicht: veel bereikt, maar niet het wezenlijke.
We stellen doelen. We streven. We haasten ons. En soms merken we pas laat dat we doelen najagen die ons van buitenaf zijn ingefluisterd. Vreemde doelen. Verwachtingen van anderen. En zo voelen zelfs de grootste successen leeg aan.
De stille herkenning
Maar er is dat andere moment. Het ogenblik waarop we onszelf tegenkomen. Het is geen triomf, geen applaus, geen overwinning. Het is stil. Een “Hé, daar ben je”. Een thuiskomen bij jezelf.
Misschien zijn we bang voor deze ontmoeting, omdat ze eerlijk is en geen maskers duldt. Maar ze is niet hard. Ze is genadig. Ze wacht.
En als we het aandurven, komt er geen val. Er komt het loslaten. En het vastgehouden worden – door onszelf.
We mogen verhalen loslaten die ons klein maken. Verwachtingen afleggen die niet de onze zijn. Schuld en schaamte bekijken en stap voor stap in vrede veranderen. We mogen opnieuw kiezen: Welke weg hoort echt bij mij? Welk verlangen komt uit mijn diepste innerlijk – en niet uit de echo van de stemmen van anderen?
Thuiskomen bij jezelf
Jezelf tegenkomen betekent verzoening. Een zacht ja tegen onszelf. En in dit ja herkennen we: we waren nooit verloren, alleen onderweg. Elke omweg, elke omleiding brengt ons precies hier.
Als de stemmen zachter worden, blijft er iets over dat draagt: hoop. Niet luid, maar vast. Hoop dat we onszelf kunnen tegenkomen. Vandaag. Nu. Steeds weer.
En dan opent het leven zich. Niet in glans, niet in uiterlijke bewijzen, maar in waarheid. In de waarheid die zegt: Je bent genoeg. Je bent hier. Je bent aangekomen.
Misschien is dat de grootste reis die we kunnen ondernemen: de reis naar onszelf. Al het andere blijft leeg als we onszelf niet vinden. Maar als we onszelf tegenkomen – dan begint het leven. Niet opnieuw, maar eindelijk echt.